igaz betekenis in Nederlands
| Hongaars | Nederlands |
|---|---|
| igaz melléknév | waar◼◼◼ echt◼◼◼ gelijk◼◼◼ ware◼◼◼ eigenlijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord juist◼◼◻bijvoeglijk naamwoord echte◼◼◻bijvoeglijk naamwoord werkelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord absoluut◼◼◻bijvoeglijk naamwoord recht◼◼◻ correct◼◼◻bijvoeglijk naamwoord waarlijk◼◼◻bijwoord rechtvaardig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord oprecht◼◼◻bijvoeglijk naamwoord daadwerkelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord waarachtig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord rechter◼◼◻ rechts◼◼◻bijvoeglijk naamwoord zuiver◼◼◻bijvoeglijk naamwoord typisch◼◻◻bijvoeglijk naamwoord puur◼◻◻bijvoeglijk naamwoord heus◼◻◻bijvoeglijk naamwoord volstrekt◼◻◻bijvoeglijk naamwoord reëel◼◻◻bijvoeglijk naamwoord wezenlijk◼◻◻bijvoeglijk naamwoord gegrond◼◻◻bijvoeglijk naamwoord wis◼◻◻ gewisbijvoeglijk naamwoord |
| igaz főnév | waarheid◼◼◼v real◼◻◻m zand◼◻◻o |
| igaza van kifejezés | |
| igazgat ige | beheren◼◼◼werkwoord managen◼◼◻werkwoord |
| igazgatás főnév | beheer◼◼◼o bestuur◼◼◼ administratie◼◼◼v management◼◼◻o leiding◼◼◻v |
| igazgató | directeur◼◼◼m |
