Hongaars | Nederlands |
---|---|
gyaláz ige | besmeuren◼◼◼werkwoord bezoedelen◼◼◻werkwoord schelden [schold; h. gescholden]werkwoord |
gyalázat főnév | schande◼◼◼v smaad◼◼◻m |
gyalázat ige | onteren◼◻◻werkwoord |
gyalázatos melléknév | smadelijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord beschamend◼◼◻bijvoeglijk naamwoord berucht◼◻◻bijvoeglijk naamwoord |
istengyalázás főnév | godslastering◼◼◼v |
meggyaláz ige | ontheiligen◼◼◼werkwoord onteren◼◼◻werkwoord ontwijden◼◼◻werkwoord |