Hongaars-Nederlands woordenboek »

esz betekenis in Nederlands

HongaarsNederlands
beszélget ige

kletsen◼◼◻werkwoord

babbelen◼◼◻werkwoord

converseren◼◻◻werkwoord

overleggen◼◻◻werkwoord

beszélget főnév

gesprek [gesprekken]◼◼◻o

chat◼◼◻m

discussie◼◼◻v

conversatie [conversaties]◼◼◻v

babbel◼◻◻m

spraak◼◻◻v

gebabbel◼◻◻o

kletspraatm

beszélgetés főnév

gesprek [gesprekken]◼◼◼o

discussie◼◼◻v

conversatie [conversaties]◼◼◻v

dialoog◼◼◻m

babbel◼◻◻m

gebabbel◼◻◻o

colloquium◼◻◻o

amusement◼◻◻o

dialoogvenster

kletspraatm

koutm

beszélgetni ige

praten◼◼◼werkwoord

spreken◼◼◻werkwoord

beszélni ige

praten◼◼◼werkwoord

spreken◼◼◼werkwoord

beszélő főnév

spreker [sprekers]◼◼◼m

beszélő

spreekster◼◻◻

Beszélsz angolul?

Spreek je Engels?◼◼◼

beszélsz angolul? (italbrac'informal)

spreekt u Engels◼◼◻

beszélt

gesproken◼◼◼werkwoord

beszennyez ige

bezoedelen◼◼◼werkwoord

bevuilen◼◼◻werkwoord

bevlekken◼◻◻werkwoord

besmeren [besmeerde; h. besmeerd]werkwoord

(be)szennyez ige

vuilmakenwerkwoord

beszerez ige

schaffen◼◼◼werkwoord

aanschaffen [schafte an; h. aangeschaft]◼◼◼werkwoord

inwinnen [won in; h. ingewonnen]◼◻◻werkwoord

891011

Zoek geschiedenis