Hongaars-Nederlands woordenboek »

elér betekenis in Nederlands

HongaarsNederlands
elér ige

halen◼◼◻werkwoord

realiseren◼◼◻werkwoord

verwezenlijken◼◼◻werkwoord

voeren◼◼◻werkwoord

volgen◼◼◻werkwoord

reiken◼◼◻werkwoord

bewerkstelligen◼◼◻werkwoord

verwerven◼◼◻werkwoord

uitkomen◼◻◻werkwoord

resulteren◼◻◻werkwoord

lukken◼◻◻werkwoord

besturen◼◻◻werkwoord

uitgaan◼◻◻werkwoord

inhalen◼◻◻werkwoord

grenzen aan◼◻◻

uitstappen◼◻◻werkwoord

reiken tot◼◻◻

voortkomen◼◻◻werkwoord

leverage◼◻◻

uitlopen◼◻◻werkwoord

uitstijgen◼◻◻werkwoord

uitlopen op◼◻◻

geleidenwerkwoord

klaarspelenwerkwoord

zich keren tegen

aankomen [kwam aan, i. aangekomen]werkwoord

elér (célt, eredményt) ige

bereiken [bereikte, h. bereikt]◼◼◼werkwoord

elérett melléknév

beurs◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

elérhetetlen melléknév

onbereikbaar◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

elérhető melléknév

beschikbaar◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

toegankelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

elérhetőség főnév

beschikbaarheid◼◼◼substantief

voorhanden zijn

elérzékenyít ige

aangrijpenwerkwoord

elérzékenyült melléknév

sentimenteel◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

geëmotioneerd◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

geraakt◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

ontdaan◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

Az úszónak éppen elég ereje volt ahhoz, hogy elérje a túlpartot.

De zwemmer had net genoeg kracht om de overkant te bereiken.

felér ige

equivalent◼◼◼

12