befejez betekenis in Nederlands
| Hongaars | Nederlands |
|---|---|
| befejez ige | afmaken◼◼◼werkwoord stoppen◼◼◼werkwoord beëindigen [beëindigde, h. beëindigd]◼◼◼werkwoord afronden◼◼◼werkwoord ophouden◼◼◻werkwoord afsluiten◼◼◻werkwoord afwerken◼◼◻werkwoord klaren◼◼◻werkwoord staken◼◼◻werkwoord afkrijgen◼◻◻werkwoord besluitenwerkwoord |
| befejez főnév | eind◼◼◻o |
| befejez melléknév | compleet◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
| befejezetlen melléknév | onvoltooid◼◼◼bijvoeglijk naamwoord onvolledig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord onafgemaakt◼◼◻ onaf◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
| befejezett melléknév | voltooid◼◼◼bijvoeglijk naamwoord klaar◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
| befejezés főnév | afronding◼◼◼v beëindiging◼◼◼v afloop◼◼◼m afwerking◼◼◼v eind◼◼◻o finish◼◼◻m conclusie [conclusies]◼◼◻v aanvulling [aanvullingen]◼◼◻v afhandeling◼◻◻v finishen◼◻◻werkwoord meet◼◻◻v |
| befejezés ige | afronden◼◼◻werkwoord klaren◼◻◻werkwoord |
| befejező melléknév | laatst◼◼◼ definitief◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
| befejeződik ige | eindigen◼◼◼werkwoord ophouden◼◻◻werkwoord aflopen [liep af, i. afgelopen]werkwoord |
| befejeződés főnév | afhandeling◼◼◼v |
| <egy különösen rossz befejezés> | debaclevm vm |
