báj betekenis in Nederlands
| Hongaars | Nederlands |
|---|---|
| báj főnév | charme◼◼◼m gratie◼◼◻v elegantie◼◼◻v aantrekkingskracht [aantrekkingskrachten]◼◻◻v betovering◼◻◻v sierlijkheid◼◻◻v |
| báj ige | charmeren◼◻◻werkwoord |
| báj melléknév | elegant◼◻◻bijvoeglijk naamwoord |
| bájos melléknév | charmant◼◼◼bijvoeglijk naamwoord lief◼◼◻ schattig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord leuk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord aardig◼◼◻bijvoeglijk naamwoord heerlijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord elegant◼◼◻bijvoeglijk naamwoord vriendelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord bekoorlijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord betoverend◼◻◻bijvoeglijk naamwoord zoet◼◻◻ gracieus◼◻◻bijvoeglijk naamwoord lieflijk◼◻◻bijvoeglijk naamwoord bevallig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord beeldig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord innemend◼◻◻bijvoeglijk naamwoord zacht◼◻◻bijvoeglijk naamwoord sierlijk◼◻◻bijvoeglijk naamwoord liefelijk◼◻◻bijvoeglijk naamwoord keurig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord beminnelijk◼◻◻bijvoeglijk naamwoord magnifiek◼◻◻bijvoeglijk naamwoord snoezig◼◻◻bijvoeglijk naamwoord voorkomendbijvoeglijk naamwoord |
| bájosan melléknév | sierlijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord |
| bájosság főnév | |
| bájt főnév | byte◼◼◼m octet◼◻◻o |
| a puding próbája az evés | |
| bűbájos melléknév | betoverend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord |
| Bűbájos boszorkák | Charmed◼◼◼ |
| elbájol ige | betoveren◼◼◼werkwoord |
