Hongaars-Nederlands woordenboek »

érez betekenis in Nederlands

HongaarsNederlands
érez ige

voelen◼◼◼werkwoord

gaan◼◼◻werkwoord

aanvoelen◼◼◻werkwoord

rijden◼◼◻werkwoord

geuren◼◻◻werkwoord

gevoelen [gevoelde; h. gevoeld]◼◻◻werkwoord

gewaarworden◼◻◻werkwoord

bespeuren◼◻◻werkwoord

betasten◼◻◻werkwoord

tasten◼◻◻werkwoord

toekijken◼◻◻werkwoord

betreffen◼◻◻werkwoord

gesteld zijn

van stapel lopen

érezd magad otthon

doe alsof je thuis bent◼◼◼

érezhető melléknév

te snijden◼◼◼

érezze magát otthon

doe alsof je thuis bent◼◼◼

érezzék magukat otthon

doe alsof je thuis bent◼◼◼

érezzétek magatokat otthon

doe alsof je thuis bent◼◼◼

(vmilyen) illatot érez kifejezés

ruiken [rook; geroken]werkwoord

bérezés főnév

salariëring◼◼◼v

kipellengérez ige

aan de schandpaal nagelen◼◼◼

szagot érez kifejezés

ruiken [rook; geroken]◼◼◼werkwoord

sütkérezik ige

koesteren◼◼◼werkwoord

vonzónak érez

zich aangetrokken voelen tot

átérez ige

begrijpen◼◼◼werkwoord

snappen◼◻◻werkwoord