Holländsk-Tysk ordbok »

zin betyder på tyska

HolländskaTyska
zinspreuk substantief

die Sentenz [der Sentenz; die Sentenzen]Substantiv

zinspreuk m

der Denkspruch [des Denkspruches|Denkspruchs; die Denksprüche]Substantiv

der Grundsatz [des Grundsatzes; die Grundsätze]Substantiv

der Spruch [des Spruches, des Spruchs; die Sprüche]Substantiv

der Wahlspruch [des Wahlspruch(e)s; die Wahlsprüche]Substantiv

zinsverbijstering m

der Wahnsinn [des Wahnsinns; —]Substantiv

zinsverdoving substantief

die Lethargie [der Lethargie; —]Substantiv

die Schlafsucht [der Schlafsucht; —]Substantiv

zinverwant bijvoeglijk naamwoord

synonymPhrase

aanwijzing

Verhaltungsbefehl

aanwijzing substantief

die Belehrung [der Belehrung; die Belehrungen]Substantiv

die Instruktion [der Instruktion; die Instruktionen]Substantiv

die Weisung [der Weisung; die Weisungen]Substantiv

afwijzing substantief

die Verweigerung [der Verweigerung; die Verweigerungen]Substantiv

die Weigerung [der Weigerung; die Weigerungen]Substantiv

alleszins bijwoord

allwegAdverb

auf jede Weise

bazin substantief

die Gebieterin [der Gebieterin; die Gebieterinnen]Substantiv

die Herrin [der Herrin; die Herrinnen]Substantiv

benzine o

das Benzin [des Benzins; die Benzine]Substantiv

bezingen v

singen [sang; hat gesungen Akkusativ]Verb

bezinksel substantief

die Hefe [der Hefe, der Hefes; die Hefen, die Hefe]Substantiv

bezinksel m

der Treber [des Trebers; die Treber]Substantiv

bezinning o

das BewußtseinSubstantiv

bloemlezing substantief

die Anthologie [der Anthologie; die Anthologien]Substantiv

bloemlezing v

Chrestomatie

bovenzinnelijk

transcendental

bovenzinnelijk bijvoeglijk naamwoord

übersinnlichAdjektiv

bunzing m

der Iltis [des Iltisses; die Iltisse]Substantiv

dolzinnig werkwoord

verrücktVerb

dolzinnig bijvoeglijk naamwoord

irre [irrer; am irrsten]Adjektiv

toll [toller; am tollsten]Adjektiv

wahnsinnig [wahnsinniger; am wahnsinnigsten]Adjektiv

eensgezind bijvoeglijk naamwoord

einig [einiger; am einigsten]Adjektiv

eigenzinnigheid m

der Starrsinn [des Starrsinns, des Starrsinnes; —]Substantiv

eigenzinnigheid o

der Trotz [des Trotzes; —]Substantiv

Engelsgezind

englandfreundlich

Engelsgezind bijvoeglijk naamwoord

anglophilAdjektiv

enigszins pronoun

etwasPronomen

enigszins bijvoeglijk naamwoord

ziemlich [ziemlicher; am ziemlichsten]Adjektiv

1234