Engels | Nederlands |
---|---|
shielded (provided with a shield) adjective [UK: ˈʃiːl.dɪd] [US: ˈʃiːl.dəd] | geblindeerdbijvoeglijk naamwoord |
shield [shielded, shielding, shields] (to protect, to defend) verb [UK: ʃiːld] [US: ˈʃiːld] | afschermenwerkwoord beschermenwerkwoord verdedigenwerkwoord |