Engels-Nederlands woordenboek »

if betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
Antifa (anti-fascist movement)
proper noun

Antifaeigennam
{f}

antiferromagnetic (exhibiting antiferromagnetism)
adjective
[UK: ˌantɪfˌerəməɡnˈetɪk]
[US: ˌæntɪfˌerəməɡnˈeɾɪk]

antiferromagnetischbijvoeglijk naamwoord

antiferromagnetism (a phenomenon, similar to ferromagnetism)
noun

antiferromagnetismesubstantief

antifibrinolytic (an antifibrinolytic agent)
noun

antifibrinolytischsubstantief

antifibrinolytic (serving to inhibit fibrinolysis)
adjective

antifibrinolyticumbijvoeglijk naamwoord

antifreeze [antifreezes] (a substance used to lower the freezing point of water)
noun
[UK: ˈæn.ti.friːz]
[US: ˈæn.ti.ˌfriz]

antivriessubstantief
{m}

aquifer [aquifers] (an underground layer of water-bearing porous stone, earth, or gravel)
noun
[UK: ˈæ.kwɪ.fə(r)]
[US: ˈæ.kwə.fər]

aquifersubstantief
{m}

artifact [artifacts] (object made or shaped by human hand)
noun
[UK: ˈɑː.tɪ.fækt]
[US: ˈɑːr.tə.ˌfækt]

artefactsubstantief
{n}

artifact [artifacts] (something viewed as a product of human conception)
noun
[UK: ˈɑː.tɪ.fækt]
[US: ˈɑːr.tə.ˌfækt]

mensenwerksubstantief
{n}

artificial (false, misleading)
adjective
[UK: ˌɑː.tɪ.ˈfɪʃ.l̩]
[US: ˌɑːr.tə.ˈfɪʃ.l̩]

nagemaaktbijvoeglijk naamwoord

artificial (man-made)
adjective
[UK: ˌɑː.tɪ.ˈfɪʃ.l̩]
[US: ˌɑːr.tə.ˈfɪʃ.l̩]

artificieelbijvoeglijk naamwoord

kunstmatigbijvoeglijk naamwoord

artificial (unnatural)
adjective
[UK: ˌɑː.tɪ.ˈfɪʃ.l̩]
[US: ˌɑːr.tə.ˈfɪʃ.l̩]

onnatuurlijkbijvoeglijk naamwoord

artificial intelligence (intelligence exhibited by an artificial entity)
noun
[UK: ˌɑː.tɪ.ˈfɪʃ.l̩ ɪn.ˈte.lɪ.dʒəns]
[US: ˌɑːr.tə.ˈfɪʃ.l̩ ˌɪn.ˈte.lə.dʒəns]

kunstmatige intelligentiesubstantief
{f}

artificial selection (intervention by humans in the breeding of plants or animals)
noun

kunstmatige selectiesubstantief
{f}

artificial turf (artificial grass surface)
noun

kunstgrassubstantief
{n}

artificiality (The quality of being artificial)
noun
[UK: ˌɑː.tɪ.ˌfɪ.ʃi.ˈæ.lə.ti]
[US: ˌɑːr.tɪ.ˌfɪ.ʃi.ˈæ.lə.ti]

kunstmatigheidsubstantief
{f}

as if (as though)
conjunction
[UK: əz ɪf]
[US: ˈæz ˈɪf]

alsofvoegwoord

as if (interjection)
interjection
[UK: əz ɪf]
[US: ˈæz ˈɪf]

tuurlijkinterjection

vastinterjection

assault rifle (a rifle)
noun
[UK: ə.ˈsɔːlt ˈraɪ.fəl]
[US: ə.ˈsɒlt ˈraɪ.fəl]

aanvalsgeweersubstantief
{n}

bailiff [bailiffs] (equivalent officers of the court in foreign contexts)
noun
[UK: ˈbeɪ.lɪf]
[US: ˈbeɪ.ləf]

ammansubstantief
{m}

baljuwsubstantief
{m}

drossaardsubstantief
{m}

drostsubstantief
{m}

gerechtsdeurwaardersubstantief
{m}

meiersubstantief
{m}

schoutsubstantief
{m}

Baja California (state of Mexico)
proper noun

Baja Californiaeigennam
{n}

Neder-Californiëeigennam
{n}

beatified (declared that a deceased has entered heaven)
adjective
[UK: bi.ˈæ.tɪ.faɪd]
[US: bi.ˈæ.tɪ.faɪd]

zaligbijvoeglijk naamwoord

beautiful (possessing charm and attractive)
adjective
[UK: ˈbjuː.təf.l̩]
[US: ˈbjuː.təf.l̩]

mooibijvoeglijk naamwoord

schoonbijvoeglijk naamwoord

beautifully (In a beautiful manner)
adverb
[UK: ˈbjuː.tə.fli]
[US: ˈbjuː.tə.fli]

mooibijwoord

bifurcation [bifurcations] (act of bifurcating)
noun
[UK: ˌbaɪ.fəˈk.eɪʃ.n̩]
[US: ˌbɪ.fərˈk.eɪʃ.n̩]

aftakkingsubstantief

bifurcation [bifurcations] (any place where one divides into two)
noun
[UK: ˌbaɪ.fəˈk.eɪʃ.n̩]
[US: ˌbɪ.fərˈk.eɪʃ.n̩]

bifurcatiesubstantief

tweesprongsubstantief

bifurcation [bifurcations] (biology: division into two branches)
noun
[UK: ˌbaɪ.fəˈk.eɪʃ.n̩]
[US: ˌbɪ.fərˈk.eɪʃ.n̩]

splitsingsubstantief
{f}

tweedelingsubstantief

vertakkingsubstantief

123

Zoek geschiedenis