Engels-Nederlands woordenboek »

id betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
butter one's bread on both sides (profit from two things at the same time)
verb

van twee walletjes etenwerkwoord

calcium chloride (calcium salt of hydrochloric acid)
noun

calciumchloridesubstantief

calcium hydroxide [calcium hydroxides] (chemical compound)
noun
[UK: ˈkæl.sɪəm haɪ.ˈdrɒk.saɪd]
[US: ˈkæl.siəm haɪ.ˈdrɑːk.saɪd]

calciumhydroxidesubstantief
{m}

gebluste kalksubstantief
{m}

calcium oxide [calcium oxides] (white powderous substance)
noun
[UK: ˈkæl.sɪəm ˈɒk.saɪd]
[US: ˈkæl.siəm ˈɑːk.ˌsaɪd]

calciumoxidesubstantief
{m}

ongebluste kalksubstantief
{m}

camel rider (someone who rides a camel)
noun

kameelrijdersubstantief
{m}

kameelrijdstersubstantief
{f}

candid (impartial and free from prejudice)
adjective
[UK: ˈkæn.dɪd]
[US: ˈkæn.dəd]

neutraalbijvoeglijk naamwoord

objectiefbijvoeglijk naamwoord

candid (straightforward, open and sincere)
adjective
[UK: ˈkæn.dɪd]
[US: ˈkæn.dəd]

eerlijkbijvoeglijk naamwoord

spontaanbijvoeglijk naamwoord

candidacy [candidacies] (state or act of being a candidate)
noun
[UK: ˈkæn.dɪ.də.si]
[US: ˈkæn.də.də.si]

kandidatuursubstantief
{f}

candidate [candidates] (person running in an election)
noun
[UK: ˈkæn.dɪ.dət]
[US: ˈkæn.də.det]

kandidaatsubstantief
{m}

kandidatesubstantief
{f}

candidature [candidatures] (the condition of becoming a candidate)
noun
[UK: ˈkæn.dɪ.də.tʃə(r)]
[US: ˈkæn.dɪ.də.tʃər]

kandidatuursubstantief
{f}

candidiasis (fungal infection)
noun

spruwsubstantief
{f}

canid (member of Canidae)
noun

hondachtigesubstantief
{m} {f}

carbon dioxide (CO₂)
noun
[UK: ˈkɑː.bən daɪ.ˈɒk.saɪd]
[US: ˈkɑːr.bən daˈjɑːk.ˌsaɪd]

kooldioxidesubstantief

carbon monoxide (chemical of the formula CO)
noun
[UK: ˈkɑː.bən.mɒ.ˈnɒk.saɪd]
[US: ˈkɑː.bən.mɒ.ˈnɒk.saɪd]

koolstofmonoxidesubstantief

carbonic acid [carbonic acids] (A weak unstable acid, H2CO3)
noun
[UK: kɑː.ˈbɒ.nɪk ˈæ.sɪd]
[US: kɑːr.ˈbɒ.nɪk ˈæ.səd]

diwaterstofcarbonaatsubstantief
{n}

koolzuursubstantief
{n}

carboxylic acid [carboxylic acids] (organic compound containing a carboxyl functional group)
noun
[UK: kˌɑːbəksˈɪlɪk ˈasɪd]
[US: kˌɑːrbəksˈɪlɪk ˈæsɪd]

carbonzuursubstantief

carotid [carotids] (major artery in the head and neck)
noun
[UK: kə.ˈrɒ.tɪd ɑː.tə.ri]
[US: kə.ˈrɑː.təd]

halsslagadersubstantief
{c}

cartridge [cartridges] (firearms package)
noun
[UK: ˈkɑː.trɪdʒ]
[US: ˈkɑːr.trədʒ]

patroonsubstantief
{m} {f}

cartridge [cartridges] (vessel which contains the ink for a computer printer)
noun
[UK: ˈkɑː.trɪdʒ]
[US: ˈkɑːr.trədʒ]

inktpatroonsubstantief
{m} {f}

caryatid (a sculpted female figure serving as an architectural element)
noun
[UK: ˌkæ.rɪ.ˈæ.tɪd]
[US: ˌkæ.rɪ.ˈæ.tɪd]

kariatidesubstantief
{f}

caryopsis [caryopsides] (type of fruit)
noun
[UK: kˌɑːrɪˈɒpsɪs]
[US: kˌɑːrrɪˈɑːpsɪs]

graanvruchtsubstantief
{f}

celluloid (variety of thermoplastics)
noun
[UK: ˈse.ljʊlɔɪd]
[US: ˈse.lə.ˈlɔɪd]

celluloidsubstantief
{n}

chalcogenide (any binary compound of a chalcogen with a more electropositive element)
noun

chalcogenidesubstantief
{n}

chambermaid [chambermaids] (a maid who handles the chores in a bedroom)
noun
[UK: ˈtʃeɪm.bə.meɪd]
[US: ˈtʃeɪm.bə.meɪd]

kamermeisjesubstantief
{n}

checkout divider (plastic bar to separate groceries)
noun

beurtbalksubstantief
{m}

beurtbalkjesubstantief
{n}

cholecystitis [cholecystitides] (inflammation of the gall bladder)
noun
[UK: ˌkɒlɪsɪsˈtaɪtɪs]
[US: ˌkɒlɪsɪsˈtaɪtɪs]

cholecystitissubstantief
{f}

galblaasontstekingsubstantief
{f}

chromatid noun

chromatidesubstantief

chrysalis [chrysalides] (the pupa of a butterfly or moth)
noun
[UK: ˈkrɪ.sə.lɪs]
[US: ˈkrɪ.sə.lɪs]

popsubstantief
{f}

cider [ciders] (alcoholic beverage)
noun
[UK: ˈsaɪ.də(r)]
[US: ˈsaɪ.dər]

appelcidersubstantief
{m}

appelwijnsubstantief
{m}

cidersubstantief
{m}

78910

Zoek geschiedenis