Duits-Nederlands woordenboek »

zustimmen [stimmte zu; hat zugestimmt] betekenis in Nederlands

Automatisch vertalen:

akkoord [gaat akkoord; heeft ingestemd].
DuitsNederlands
zustimmen [stimmte zu; hat zugestimmt] Verb

goedvindenv

heteenszijnv

toegevenv

toestemmenv