Duits-Nederlands woordenboek »

zumuten betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
zumuten [mutete zu; hat zugemutet] Phrase

aanspraakmakenopwerkwoord

claimenwerkwoord

eisenwerkwoord

opeisenwerkwoord

rekenenwerkwoord

vereisenwerkwoord

vergenwerkwoord

voorschrijvenwerkwoord

vorderenwerkwoord