Duits-Nederlands woordenboek »

zufügen [fügte zu; hat zugefügt] betekenis in Nederlands

Resultaten: zufügen
Ik zoek liever dit: zufügen [fügte zu; hat zugefügt]
DuitsNederlands
zufügen [fügte zu; hat zugefügt] Verb

aandoenv

aanrichtenv

bijdoenv

bijmengenv

bijvoegenv

stichtenv

teweegbrengenv

toegevenv

toevoegenv

veroorzakenv

der Logogriph (Buchstabenrätsel, bei dem durch Wegnehmen, Hinzufügen oder Ändern eines Buchstabens ein neues Wort entsteht) Substantiv

letterraadselm

woordenraadselm

Schaden zufügen

bedervenwerkwoord

beschadigenwerkwoord

havenenwerkwoord

schendenwerkwoord

stukmakenwerkwoord

toetakelenwerkwoord