Duits-Nederlands woordenboek »

unverfroren betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
unverfroren [unverfrorener; am unverfrorensten] Adjektiv

brutaalbijvoeglijk naamwoord

driestbijvoeglijk naamwoord

hondsbijvoeglijk naamwoord

lompbijvoeglijk naamwoord

onbeleefdbijvoeglijk naamwoord

onbeschaamdbijvoeglijk naamwoord

onheusbijvoeglijk naamwoord

schaamteloosbijvoeglijk naamwoord

vlegelachtigbijvoeglijk naamwoord