Duits-Nederlands woordenboek »

unbedeutend betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
unbedeutend [unbedeutender; am unbedeutendsten] Adjektiv

beuzelachtigbijvoeglijk naamwoord

luizigbijvoeglijk naamwoord

onbeduidendbijvoeglijk naamwoord

onbetekenendbijvoeglijk naamwoord

onnozelbijvoeglijk naamwoord