Duits-Nederlands woordenboek »

tasten betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
tasten [tastete; hat getastet] Verb

betastenv

bevoelenv

tastenv

voelenv

die Taste [der Taste; die Tasten] Substantiv

toetssubstantief

tastend

opdetast

ophetgevoel

antasten [tastete an; hat angetastet] Verb

betastenwerkwoord

bevoelenwerkwoord

tastenwerkwoord

voelenwerkwoord

betasten [betastete; hat betastet] Verb

betastenv

bevoelenv

tastenv

voelenv