Duits-Nederlands woordenboek »

schmutz betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
der Schmutz [des Schmutzes; —] Substantiv

drekm

modderm

slijkm

slikm

beschmutzen [beschmutzte; hat beschmutzt] Verb

bevlekkenv

bevuilenv

bezoedelenv

verontreinigenv

vuilmakenv

einschmutzen

bevlekkenwerkwoord

bevuilenwerkwoord

bezoedelenwerkwoord

verontreinigenwerkwoord

vuilmakenwerkwoord