Duits-Nederlands woordenboek »

müde betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
müde [müder; am müdesten] Adjektiv

matbijvoeglijk naamwoord

moebijvoeglijk naamwoord

vermoeidbijvoeglijk naamwoord

ermüden [ermüdete; hat/ist ermüdet] Verb

vermoeidrakenv

vermoeienv