Duits-Nederlands woordenboek »

kundig betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
kundig [kundiger; am kundigsten] Adjektiv

deskundigbijvoeglijk naamwoord

ervarenbijvoeglijk naamwoord

geoefendbijvoeglijk naamwoord

zaakkundigbijvoeglijk naamwoord

ankundigen

aankondigenwerkwoord

inkennisstellen

mededelenwerkwoord

meedelenwerkwoord

verwittigenwerkwoord

Obstkundiger

ooftkundige

pomoloog

Wirtschaftkundiger

econoomm