Duits-Nederlands woordenboek »

klingen betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
klingen [klang; hat geklungen] Verb

aflopenv

beierenv

gaanv

galmenv

kleppenv

klinkenv

luidenv

overgaanv

schalmenv

slaanv

die Klinge [der Klinge; die Klingen] Substantiv

klingsubstantief

lemmersubstantief

lemmetsubstantief

gleichklingend

gelijkklinkend