Duits | Nederlands |
---|---|
die Kette [der Kette; die Ketten] Substantiv | beurtsubstantief filesubstantief gelidsubstantief ketensubstantief kettingsubstantief reekssubstantief rijsubstantief rissubstantief ristsubstantief seriesubstantief setsubstantief toerbeurtsubstantief |
kokett [koketter; am kokettesten] Adjektiv | behaagziekbijvoeglijk naamwoord koketbijvoeglijk naamwoord |
das Bankett [des Banketts, des Bankettes; die Bankette] Substantiv | |
das Brikett [des Briketts; die Briketts, die Brikette] Substantiv | reepo |
das Bukett [des Buketts; die Buketts, die Bukette] Substantiv | tuilo |
die Etikette [der Etikette; die Etiketten] Substantiv | etiketsubstantief etiquettesubstantief labelsubstantief |
das Jackett [des Jacketts; die Jacketts, die Jackette] Substantiv | |
Muskette | |
das Parkett [des Parkettes, des Parketts; die Parkette, die Parketts] Substantiv | |
die Postenkette Substantiv | afzettingsubstantief kordonsubstantief |