heilen [heilte; hat/ist geheilt] betekenis in Nederlands

Resultaten: heilen
Ik zoek liever dit: heilen [heilte; hat/ist geheilt]

Duits	Nederlands
heilen [heilte; hat/ist geheilt] Verb	behandelenv beterwordenv curerenv genezenv helenv
zusammenheilen	agglutinerenwerkwoord doensamenkleven samenplakken verbindenwerkwoord

Duits

Nederlands

heilen [heilte; hat/ist geheilt] Verb

zusammenheilen

Zoek geschiedenis