Duits-Nederlands woordenboek »

hebräisch betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
das Hebräisch [des (des) Hebräischs, des Hebräischen; —] Substantiv

Hebreeuwso

Hebreeuwsetaalo

hebräisch [hebräischer; am hebräischsten] Adjektiv

Hebreeuwsbijvoeglijk naamwoord

joodsbijvoeglijk naamwoord

hebräische Sprache

Hebreeuws

Hebreeuwsetaal