Duits-Nederlands woordenboek »

gliedern betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
gliedern [gliederte; hat gegliedert] Verb

afbrekenv

delenv

ontledenv

opsplitsenv

splitsenv

verdelenv

zergliedern [zergliederte; hat zergliedert] Verb

analyserenv

doorsnijdenv

ontbindenv

ontledenv

sectieverrichtenv