Duits-Nederlands woordenboek »

gestorben betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
gestorben Adjektiv

afgestorvenbijvoeglijk naamwoord

doodbijvoeglijk naamwoord

overledenbijvoeglijk naamwoord

terzielebijvoeglijk naamwoord

sterben [starb (stürbe); ist gestorben] Verb

doodgaanv

overlijdenv

stervenv

verscheidenv

versmachtenv