Duits-Nederlands woordenboek »

geschäftig betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
geschäftig [geschäftiger; am geschäftigsten] Adjektiv

arbeidzaambijvoeglijk naamwoord

ijverigbijvoeglijk naamwoord

nijverbijvoeglijk naamwoord

vlijtigbijvoeglijk naamwoord

werkzaambijvoeglijk naamwoord