Duits-Nederlands woordenboek »

erle betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
verleumden [verleumdete; hat verleumdet] Verb

kwaadsprekenv

roddelenv

die Widerlegung [der Widerlegung; die Widerlegungen] Substantiv

ontzenuwingsubstantief

tegenbewijssubstantief

weerleggingsubstantief

wiederlegen

ontzenuwenwerkwoord

weerleggenwerkwoord

zerlegen [zerlegte; hat zerlegt] Verb

afbrekenv

delenv

distribuerenv

doorsnijdenv

indelenv

opsplitsenv

sectieverrichtenv

splitsenv

verdelenv

die Zerlegung [der Zerlegung; die Zerlegungen] Substantiv

autopsiesubstantief

lijkopeningsubstantief

lijkschouwingsubstantief

sectiesubstantief

das Zipperlein [des Zipperleins; die Zipperlein] Substantiv

jichto

podagrao

zweierlei

tweeërleibijvoeglijk naamwoord

234

Zoek geschiedenis