Duits-Nederlands woordenboek »

erbärmlich [erbärmlicher; am erbärmlichsten] betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
erbärmlich [erbärmlicher; am erbärmlichsten] Adjektiv

beklagenswaardigbijvoeglijk naamwoord

belabberdbijvoeglijk naamwoord

ellendigbijvoeglijk naamwoord

erbarmelijkbijvoeglijk naamwoord

miserabelbijvoeglijk naamwoord

schamelbijvoeglijk naamwoord

schunnigbijvoeglijk naamwoord

stumperigbijvoeglijk naamwoord

zieligbijvoeglijk naamwoord