Duits-Nederlands woordenboek »

ende betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
beleidigend [beleidigender; am beleidigendsten] Adjektiv

krenkendbijvoeglijk naamwoord

beschönigender Ausdruck

eufemismeo

die Dividende [der Dividende; die Dividenden] Substantiv

deeltalsubstantief

dividendsubstantief

winstaandeelsubstantief

der Reisende [ein Reisender; des/eines Reisenden; die Reisenden/zwei Reisende] Substantiv

reizigerm

eingehend [eingehender; am eingehendsten] Adjektiv

diepgaandbijvoeglijk naamwoord

grondigbijvoeglijk naamwoord

ingrijpendbijvoeglijk naamwoord

radicaalbijvoeglijk naamwoord

rijpelijkbijvoeglijk naamwoord

vergaandbijvoeglijk naamwoord

einsenden [sandte ein; hat eingesandt] Verb

doentoekomenv

opsturenv

opzendenv

sturenv

verzendenv

zendenv

entscheidend [entscheidender; am entscheidendsten] Adjektiv

afdoendbijvoeglijk naamwoord

beslissendbijvoeglijk naamwoord

stringentbijvoeglijk naamwoord

vanoverwegendbelangbijvoeglijk naamwoord

entsenden [entsandte; hat entsandt] Verb

afzendenv

uitsturenv

versturenv

verzendenv

wegsturenv

wegzendenv

entwenden [entwendete, hat entwendet] Verb

afdraaienv

afkerenv

gappenv

ontvreemdenv

parerenv

stelenv

entzückend [entzückender; am entzückendsten] Adjektiv

beeldigbijvoeglijk naamwoord

betoverendbijvoeglijk naamwoord

heerlijkbijvoeglijk naamwoord

verrukkelijkbijvoeglijk naamwoord

folgender

gene

navolgend

1234