Duits-Nederlands woordenboek »

bast betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
der Bast [des Bastes; die Baste] Substantiv

bastm

der Bastard [des Bastardes/Bastards; die Bastarde] Substantiv

bastaardm
Biologie

onechtkindm
Biologie

bastardartig

bastaard-

hybridischbijvoeglijk naamwoord

die Bastei [der Bastei; die Basteien] Substantiv

bastionsubstantief

bolwerksubstantief

rondeelsubstantief

die Bastion [der Bastion; die Bastionen] Substantiv

bastionsubstantief

bolwerksubstantief

rondeelsubstantief

Bastnach

Bastenakensubstantief

der Alabaster [des Alabasters; die Alabaster] Substantiv

albastm