Duits-Nederlands woordenboek »

aufhalten betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
aufhalten [hielt auf; hat aufgehalten] Verb

afhoudenv

bijhoudenv

houdenv

onthoudenv

onttrekkenv

vasthoudenv

vertragenv

weghoudenv

sich aufhalten

verkerenwerkwoord

voorkomen

zichbevinden

zichophouden