Duits-Nederlands woordenboek »

anlangen [langte an; hat angelangt] (akkusativ) betekenis in Nederlands

Automatisch vertalen:

[aangekomen; is aangekomen] (accusative)
DuitsNederlands
anlangen [langte an; ist angelangt] (irendwo!) Phrase

aangaanwerkwoord

betreffenwerkwoord

geldenwerkwoord

rakenwerkwoord