Duits-Nederlands woordenboek »

anfeuern [feuerte an; hat angefeuert] betekenis in Nederlands

Resultaten: anfeuern
Ik zoek liever dit: anfeuern [feuerte an; hat angefeuert]
DuitsNederlands
anfeuern [feuerte an; hat angefeuert] Verb

aandrijvenv

aanvurenv

aanwakkerenv

aanzettenv

drijvenv

opjagenv

opwindenv

prikkelenv

verhittenv

verlevendigenv

voortdrijvenv

werkenopv