dicţionar Olandez-German »

arts înseamnă în Germană

OlandezăGermană
arts [artsen] m

der Arzt [des Arzt(e)s; die Ärzte]Substantiv

der Doktor [des Doktors; die Doktoren]Substantiv

artsenijbereidkunde substantief

die Pharmazie [der Pharmazie; —]Substantiv

artsenijmengsel o

die Mixtur [der Mixtur; die Mixturen]Substantiv

aarts-

Haupt-

aartsbisschop m

der Erzbischof [des Erzbischofs, des Erzbischofes; die Erzbischöfe]Substantiv

der Metropolit [des Metropoliten; die Metropoliten]Substantiv

aartshertog m

Großherzog

aartsvader m

der ErzvaterSubstantiv

der Patriarch [des Patriarchen; die Patriarchen]Substantiv

achterwaarts bijwoord

zurückAdverb

biljartspel o

das Billard [des Billards; —]Substantiv

harteninkaartspel

Herzen

harteninkaartspel o

das CoeurSubstantiv

das Rot [des Rots; die Rots]Substantiv

hartstocht substantief

die Leidenschaft [der Leidenschaft; die Leidenschaften]Substantiv

die Lust [der Lust; die Lüste]Substantiv

die Passion [der Passion; die Passionen]Substantiv

huiswaarts bijwoord

nach Hause (Von Duden empfohlene Schreibung)

kwarts m

der Quarz [des Quarzes; die Quarze]Substantiv

neerwaarts

herunter

nach unterhalb

unterwärts

neerwaarts bijwoord

abwärtsAdverb

herabAdverb

hinabAdverb

hinunterAdverb

oogarts m

der Augenarzt [des Augenarztes; die Augenärzte]Substantiv

Okulist

oostwaarts bijwoord

nach Osten

ostwärts

opwaarts

empor

herauf

nach oben

opwaarts bijwoord

aufwärtsAdverb

hinaufAdverb

rugwaarts bijwoord

zurückAdverb

ruiteninkaartspel

Carreau

Schellen

ruiteninkaartspel o

das Karo [des Karos; die Karos]Substantiv

12