dicţionar Maghiar-Olandez »

síp înseamnă în Olandeză

MaghiarăOlandeză
síp főnév

fluitje◼◼◼substantief

pijp◼◼◻v

rietje◼◻◻o

sípcsont főnév

scheenbeen◼◼◼o

tibia◼◼◼

scheen◼◼◻m

sípol ige

piepen◼◼◼werkwoord

sípolás ige

piepen◼◼◼werkwoord

sípszó

fluitje◼◼◼substantief

fluittoon◼◻◻m

sípálya főnév

skipiste◼◼◼v

becsíp ige

knijpen◼◼◼werkwoord

becsípett melléknév

aangeschoten◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

csíp ige

knijpen◼◼◼werkwoord

bijten◼◼◼werkwoord

pikken◼◼◻werkwoord

knellen◼◻◻werkwoord

nijpen◼◻◻werkwoord

stikkenwerkwoord

csíp (szúnyog) ige

steken◼◼◼werkwoord

csíptet ige

knijpenwerkwoord

csípés főnév

beet [beten]◼◼◼m

steek◼◼◼m

csípő főnév
anat

heup◼◼◼v

csípőbél főnév

ileum◼◼◼

kronkeldarm◼◼◻m

csípőcsont főnév

heupbeen◼◼◼o

darmbeen◼◼◼o

csípőfogó főnév

knijptang◼◼◼v

nijptang◼◼◻v

csípős melléknév

pittig◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

scherp◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

heet◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

pikant◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

sterk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

zuur◼◼◻

sarcastisch◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

helder◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

bijtend◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

bits◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

12