Germană | Olandeză |
---|---|
verwandt [verwandter; am verwandtesten] Adjektiv | aanverwantbijvoeglijk naamwoord verwantbijvoeglijk naamwoord |
verwenden [verwendete/(seltener, österreichisch und schweizerisch selten:) verwandte; hat verwendet/(seltener, österreichisch und schweizerisch selten:) hat verwandt] Verb | |
der Verwandter Substantiv | |
die Verwandtschaft [der Verwandtschaft; die Verwandtschaften] Substantiv | bloedverwantensubstantief familiesubstantief familiebetrekkingsubstantief verwantensubstantief verwantschapsubstantief |
anverwandt Adjektiv | aanverwantbijvoeglijk naamwoord verwantbijvoeglijk naamwoord |