dicţionar German-Olandez »
tisch înseamnă în Olandeză
| Germană | Olandeză |
|---|---|
| Deutsche Demokratische Republik | Oost-Duitslandsubstantief |
| egyptisch | |
| estisch | |
| faktisch Adjektiv | daadwerkelijkbijvoeglijk naamwoord effectiefbijvoeglijk naamwoord feitelijkbijvoeglijk naamwoord werkelijkbijvoeglijk naamwoord |
| der Fetisch [des Fetisches, des Fetischs; die Fetische] Substantiv | |
| der Fetischismus [des Fetischismus; die Fetischismen] Substantiv | |
| gotisch Adjektiv | Gotischbijvoeglijk naamwoord gotischbijvoeglijk naamwoord |
| der Nachtisch [des Nachtisches, des Nachtischs; die Nachtische] Substantiv | |
| optisch Adjektiv | optischbijvoeglijk naamwoord |
| der Löwe [des Löwen; die Löwen] (veraltet/poetisch/mundartlich: Leu) Substantiv | |
| prophetisch Adjektiv | profetischbijvoeglijk naamwoord |
| scholastisch Adjektiv | scholastischbijvoeglijk naamwoord |
| semitisch Adjektiv | Semitischbijvoeglijk naamwoord |
| städtisch Adjektiv | stadsbijvoeglijk naamwoord stads-bijvoeglijk naamwoord stedelijkbijvoeglijk naamwoord |
| statistisch Adjektiv | statistischbijvoeglijk naamwoord |
| synoptisch Adjektiv | overzichtelijkbijvoeglijk naamwoord synoptischbijvoeglijk naamwoord tabellarischbijvoeglijk naamwoord |
