dicţionar German-Olandez »

schuldig înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
schuldig [schuldiger; am schuldigsten] Adjektiv

schuldigbijvoeglijk naamwoord

schuldig sein

indeschuldstaan

schuldigzijn

verschuldigdzijn

beschuldigen [beschuldigte; hat beschuldigt] Verb

aanklagenv

beschuldigenv

betichtenv

entschuldigen [entschuldigte; hat entschuldigt] (Akkusativ) Verb

begenadigenv

excuserenv

vergevenv

verontschuldigenv

verschonenv

fälschlich beschuldigen

belasterenwerkwoord

kwaadsprekenwerkwoord

roddelenwerkwoord