dicţionar German-Olandez »

schreiten înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
Schreiten

loop

schreiten [schritt; ist geschritten] Verb

lopenwerkwoord

schrijdenwerkwoord

stappenwerkwoord

tredenwerkwoord

ausschreiten [schritt aus; hat ausgeschritten] Verb

naarbuitenkomenv

optredenv

schrijdenv

stellingnemenv

uitkomenv

einschreiten [schritt ein; ist eingeschritten gegen +AKK] Phrase

ingrijpenwerkwoord

interveniërenwerkwoord

tussenbeidekomenwerkwoord

fortschreiten [schritt fort; ist fortgeschritten] Verb

opschietenv

veldwinnenv

vlottenv

vooruitgaanv

vorderenv

vorschreiten [schritt vor; ist vorgeschritten] Phrase

opschietenwerkwoord

tewerkgaanwerkwoord

veldwinnenwerkwoord

vlottenwerkwoord

vooruitgaanwerkwoord

vorderenwerkwoord