recht înseamnă în Olandeză

Germană	Olandeză
die Gerechtigkeit [der Gerechtigkeit; die Gerechtigkeiten] Substantiv	gerechtigheidsubstantief rechtvaardigheidsubstantief
im Recht	gegrond gelijkhebbend juist
mit Recht	rechtmatigbijvoeglijk naamwoord
das Unrecht [des Unrechts; —] Substantiv	onbillijkheido ongelijko onrechto
das Verlagsrecht [des Verlagsrechtes\|Verlagsrechts; die Verlagsrechte] Substantiv	copyrighto kopijrechto
das Vorrecht [des Vorrechtes, des Vorrechts; die Vorrechte] Substantiv	prerogatiefo voorrechto
das Vorzugsrecht Substantiv	praesubstantief preferentiesubstantief privilegesubstantief voorrechtsubstantief
wagerecht	horizontaalbijvoeglijk naamwoord platliggend waterpas
zurechtweisen [wies zurecht; hat zurechtgewiesen] Verb	afkeurenv berispenv gispenv lakenv wrakenv
zur rechten Zeit	bijtijds optijd tijdig
zurecht	behoorlijk fatsoenlijk gevoeglijk naarbehoren netjes opdejuistewijze passend

Istoricul cautarilor