dicţionar German-Olandez »

mut înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
die Perlmutter [der Perlmutter; — oder das Perlmutter [der Perlmutters; —] Substantiv

parelmoersubstantief

permutieren

omzettenvandevolgorde

permuterenwerkwoord

der Schmutz [des Schmutzes; —] Substantiv

drekm

modderm

slijkm

slikm

die Schwermut [der Schwermut; —] Substantiv

droefgeestigheidsubstantief

melancholiesubstantief

weemoedsubstantief

zwaarmoedigheidsubstantief

das Stiefmütterchen [des Stiefmütterchens; die Stiefmütterchen] Substantiv

driekleurigviooltjeo

der Übermut [des Übermutes, des Übermuts; —] Substantiv

aanmatigingm

arrogantiem

eigenwaanm

inbeeldingm

verbeeldingm

verwaandheidm

verwatenheidm

übermütig sein

dartelenwerkwoord

robbedoezen

stoeienwerkwoord

unvermutet

onverhoedsbijvoeglijk naamwoord

onverwachtbijvoeglijk naamwoord

vermuten [vermutete; hat vermutet] Verb

aannemenv

gissenv

menenv

stellenv

vermoedenv

veronderstellenv

vermutlich Adjektiv

vermoedelijkbijvoeglijk naamwoord

die Wehmut [der Wehmut; —] Substantiv

droefgeestigheidsubstantief

melancholiesubstantief

weemoedsubstantief

zwaarmoedigheidsubstantief

der Wermut [des Wermuts, des Wermutes; die Wermuts] Substantiv

vermoutm

das Wismut [des Wismuts, des Wismuts, des Wismutes, des Wismutes; —] Substantiv

bismuto

wohlgemut Adjektiv

goedgehumeurdbijvoeglijk naamwoord

goedgeluimdbijvoeglijk naamwoord

345