dicţionar German-Olandez »

legen înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
wiederlegen

weerleggenwerkwoord

zerlegen [zerlegte; hat zerlegt] Verb

afbrekenv

delenv

distribuerenv

doorsnijdenv

indelenv

opsplitsenv

sectieverrichtenv

splitsenv

verdelenv

zur Last legen

aanrekenenwerkwoord

toedichtenwerkwoord

toerekenenwerkwoord

toeschrijven

wijten

zurücklegen [legte zurück; hat zurückgelegt] Verb

aanmakenwerkwoord

afdoenwerkwoord

afleggenwerkwoord

afzettenwerkwoord

bedrijvenwerkwoord

bergenwerkwoord

bewarenwerkwoord

doenwerkwoord

doorkomenwerkwoord

doormakenwerkwoord

doortrekkenwerkwoord

makenwerkwoord

opbergenwerkwoord

uitbrengenwerkwoord

uitdoenwerkwoord

uitkrijgenwerkwoord

uitrichtenwerkwoord

uittrekkenwerkwoord

uitvoerenwerkwoord

wegleggenwerkwoord

wegzettenwerkwoord

zusammenlegen [legte zusammen; hat zusammengelegt] Verb

omvouwenv

plooienv

vouwenv

234