dicţionar German-Olandez »

kleid înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
bekleiden [bekleidete; hat bekleidet] Verb

staanv

die Bekleidung [der Bekleidung; die Bekleidungen] Substantiv

gewaadsubstantief

kledingstuksubstantief

entkleiden [entkleidete; hat entkleidet] Verb

ontkledenv

uitkledenv

mit Tuch bekleiden

draperenwerkwoord

12