Germană | Olandeză |
---|---|
die Handlung [der Handlung; die Handlungen] Substantiv | actiesubstantief daadsubstantief handelingsubstantief marktsubstantief prestatiesubstantief verrichtingsubstantief werkingsubstantief zetsubstantief |
der Handlungsgehilfe [des Handlungsgehilfen; die Handlungsgehilfen] Substantiv | bediendesubstantief kantoorbediendesubstantief winkelbediendesubstantief |
die Abhandlung [der Abhandlung; die Abhandlungen] Substantiv | artikelsubstantief bijdragesubstantief opstelsubstantief stuksubstantief traktaatsubstantief verdragsubstantief verhandelingsubstantief |
die Behandlung [der Behandlung; die Behandlungen] Substantiv | behandelingsubstantief hanteringsubstantief kuursubstantief onderhandelingsubstantief |
die Buchhandlung [der Buchhandlung; die Buchhandlungen] Substantiv | boekenwinkelsubstantief boekwinkelsubstantief |
Glaubenshandlung | |
die Großhandlung [der Großhandlung; die Großhandlungen] Substantiv | groothandelsubstantief grossierderijsubstantief |
Schreibwarenhandlung | |
die Unterhandlung [der Unterhandlung; die Unterhandlungen] Substantiv | behandelingsubstantief handelsubstantief handeldrijvensubstantief onderhandelingsubstantief |
die Verhandlung [der Verhandlung; die Verhandlungen] Substantiv | behandelingsubstantief onderhandelingsubstantief |
Zuwiederhandlung | |
die Zwischenhandlung Substantiv | afleveringsubstantief |