dicţionar German-Olandez »

bote înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
der Bote [des Boten; die Boten] Substantiv

afgezantm

bodem

conciërgem

gezantm

kosterm

pedelm

aufbieten [bot auf; hat aufgeboten] Verb

afkondigenv

openbaarmakenv

publicerenv

ruchtbaarmakenv

der Dienstbote [des Dienstboten; die Dienstboten] Substantiv

dienaresm

dienstmeisjem

meidm

der Eilbote [des Eilboten; die Eilboten] Substantiv

bodem

ijlbodem

koerierm

loper [lopers]m

entbieten [entbot; hat entboten] Phrase

betrekkenwerkwoord

halenwerkwoord

latenkomenwerkwoord

ontbiedenwerkwoord

das Gebot [des Gebots, des Gebotes; die Gebote] Substantiv

bevelo

bevelschrifto

gebodo

ordero

sommatieo

verordeningo

gebieten [gebot; hat geboten] Verb

aanvoerenv

bevelenv

commanderenv

gelastenv

hetbevelvoerenv

sommerenv

verordenenv

voorschrijvenv

das Verbot [des Verbotes, des Verbots; die Verbote] Substantiv

interdicto

verbodo

verbieten [verbot; hat verboten] Verb

verbiedenv

überbieten [überbot; hat überboten] Verb

opbiedenv