dicţionar German-Olandez »

bar înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
bar Adjektiv

baarbijvoeglijk naamwoord

cashbijvoeglijk naamwoord

contantbijvoeglijk naamwoord

die Baracke [der Baracke; die Baracken] Substantiv

baraksubstantief

huifsubstantief

huisjesubstantief

kampeertentsubstantief

keetsubstantief

kraamsubstantief

loodssubstantief

schuursubstantief

stalletjesubstantief

tentsubstantief

der Barbar [des Barbaren; die Barbaren] Substantiv

barbaar [barbaren]m

onmensm

wreedaardm

der Barbarismus [des Barbarismus; die Barbarismen] Substantiv

barbarismem

der Barbier [des Barbiers; die Barbiere] Substantiv

barbierm

kapperm

barbieren [barbierte; hat barbiert] Verb

scherenwerkwoord
scherzhaft, veraltet

der Barchent [des Barchents; die Barchente] Substantiv

fusteinm

der Barde [des Barden; die Barden] Substantiv

bardsubstantief

das Barett Substantiv

bareto

barfuß Adjektiv

barrevoetsbijvoeglijk naamwoord

barfüßig Adjektiv

barrevoetsbijvoeglijk naamwoord

bergen [barg; hat geborgen] Verb

behoedenv

behoudenv

bergenv

beschermenv

beschuttenv

bewarenv

conserverenv

onderhoudenv

ontveinzenv

opbergenv

overhoudenv

verbergenv

verhelenv

verschuilenv

verstoppenv

12