dicţionar German-Olandez »

als înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
neutral [neutraler; am neutralsten] Adjektiv

afzijdigbijvoeglijk naamwoord

neutraalbijvoeglijk naamwoord

onpartijdigbijvoeglijk naamwoord

onzijdigbijvoeglijk naamwoord

normal [normaler; am normalsten] Adjektiv

normaalbijvoeglijk naamwoord

proportional [proportionaler; am proportionalsten] Adjektiv

evenredigbijvoeglijk naamwoord

proportioneelbijvoeglijk naamwoord

verhoudingsgewijsbijvoeglijk naamwoord

radikal [radikaler; am radikalsten] Adjektiv

grondigbijvoeglijk naamwoord

ingrijpendbijvoeglijk naamwoord

radicaalbijvoeglijk naamwoord

vergaandbijvoeglijk naamwoord

rational [rationaler; am rationalsten] Adjektiv

rationeelbijvoeglijk naamwoord

redelijkbijvoeglijk naamwoord

real [realer; am realsten] Adjektiv

daadwerkelijkbijvoeglijk naamwoord

reëelbijvoeglijk naamwoord

werkelijkbijvoeglijk naamwoord

wezenlijkbijvoeglijk naamwoord

schmal [schmaler; am schmalsten] Adjektiv

bekrompenbijvoeglijk naamwoord

engbijvoeglijk naamwoord

krapbijvoeglijk naamwoord

nauwbijvoeglijk naamwoord

smalbijvoeglijk naamwoord

sentimental [sentimentaler; am sentimentalsten] Adjektiv

dweperigbijvoeglijk naamwoord

sentimenteelbijvoeglijk naamwoord

sozial [sozialer; am sozialsten] Adjektiv

maatschappelijkbijvoeglijk naamwoord

sociaalbijvoeglijk naamwoord

spezial [spezialer; am spezialsten] Adjektiv

bijzonderbijvoeglijk naamwoord

speciaalbijvoeglijk naamwoord

trivial [trivialer; am trivialsten] Adjektiv

onbenulligbijvoeglijk naamwoord

platbijvoeglijk naamwoord

triviaalbijvoeglijk naamwoord

vulgairbijvoeglijk naamwoord

universal [universaler; am universalsten] Adjektiv

algemeenbijvoeglijk naamwoord

universeelbijvoeglijk naamwoord

zentral [zentraler; am zentralsten] Adjektiv

centraalbijvoeglijk naamwoord

middelstebijvoeglijk naamwoord

das Arsenal [des Arsenals/Arsenales; die Arsenale] Substantiv

arsenaalo

tuighuiso

wapenkamero

1234