dicţionar German-Olandez »

öl înseamnă în Olandeză

GermanăOlandeză
das Öl [des Öls, des Öles; die Öle] Substantiv

olieo

der Ölbaum [des Ölbaums, des Ölbaumes; die Ölbäume] Substantiv

olijfboomm

ölig [öliger; am öligsten] Adjektiv

olieachtigbijvoeglijk naamwoord

völlig [völliger; am völligsten] Adjektiv

compleetbijvoeglijk naamwoord

geheelbijvoeglijk naamwoord

heelbijvoeglijk naamwoord

tenvollebijvoeglijk naamwoord

totaalbijvoeglijk naamwoord

totaliterbijvoeglijk naamwoord

volkomenbijvoeglijk naamwoord

volledigbijvoeglijk naamwoord

voluitbijvoeglijk naamwoord

die Bevölkerung [der Bevölkerung; die Bevölkerungen] Substantiv

bevolkingsubstantief

zielentalsubstantief

das Ebenholz [des Ebenholzes; die Ebenhölzer] Substantiv

ebbehouto

entvölkern [entvölkerte; hat entvölkert] Verb

ontvolkenv

gröhlen [grölte; hat gegrölt] Verb

krijsenwerkwoord

das Gehölz [des Gehölzes; die Gehölze] Substantiv

bosschageo

das Geröll [des Gerölls, des Gerölles; die Gerölle] Substantiv

rolo

das Gewölbe [des Gewölbes; die Gewölbe] Substantiv

boogo

boogvormigbouwselo

gewelfo

rondingo

Gewölbedach

koepelm

die Hölle [der Hölle; die Höllen] Substantiv

helsubstantief

Höllenstein

helsesteen

das Holz [des Holzes; die Hölzer] Substantiv

houto

das Köln Substantiv

Keuleno

das Mahagoniholz [des Mahagoniholzes; die Mahagonihölzer] Substantiv

mahonieo

mahoniehouto

das Nadelholz [des Nadelholzes; die Nadelhölzer] Substantiv

conifeero

der Berber [des Berbers; die Berber] (nordafrikanischen Völkergruppe) Substantiv

Berberm

das Streichholz [des Streichholzes; die Streichhölzer] Substantiv

lucifero

der Söller [des Söllers; die Söller] Substantiv

hoogterrasm

uitkijkpuntm

das Volk [des Volks, des Volkes; die Völker] Substantiv

volk [volkeren]o

völlig übereinstimmend

identiekbijvoeglijk naamwoord

der Wolf [des Wolfs, des Wolfes, des Wolf; die Wölfe, —, die Wolfe, die Wolfs] Substantiv

wolfm

die Wölfin [der Wölfin; die Wölfinnen] Substantiv

wolvinsubstantief

zwölf

twaalf

12