Deutsch-Holländisch Wörterbuch »

essen bedeutet auf Holländisch

DeutschHolländisch
das Interesse [des Interesses; die Interessen] Substantiv

aangelegenheido

baato

belango

belangstellingo

gewino

nuto

profijto

voordeel [voordelen]o

winsto

die Kompresse [der Kompresse; die Kompressen] Substantiv

kompressubstantief

omslagsubstantief

die Kresse [der Kresse; die Kressen] (die Gartenkresse) Substantiv

bitterkerssubstantief

kerssubstantief

sterrekerssubstantief

die Messe [der Messe; die Messen] Substantiv

eucharistievieringsubstantief

jaarbeurssubstantief

kermissubstantief

marktsubstantief

missubstantief

das Mittagessen [des Mittagessens; die Mittagessen] Substantiv

dinero

middageteno

middagmaalo

pressen [presste; hat gepresst] Verb

dringenv

drukkenv

knellenv

persenv

pressenv

das Pressen Substantiv

drango

druko

knelo

pressieo

die Quintessenz [der Quintessenz; die Quintessenzen] Substantiv

hoofdzaaksubstantief

kwintessenssubstantief

die Rimesse [der Rimesse; die Rimessen] Substantiv

overmakingsubstantief

remisesubstantief

die Tresse [der Tresse; die Tressen] Substantiv

belegselsubstantief

biessubstantief

galonsubstantief

koordsubstantief

passementsubstantief

1234